Een nieuwe rolverdeling
Waar buitenschoolse opvang en vrijetijd voorheen vooral georganiseerd werden via aparte lijnen en subsidiestromen, verschuift het BOA-decreet het zwaartepunt naar het lokale niveau. Gemeenten krijgen de regierol en zullen zelf middelen ontvangen om hun BOA-beleid vorm te geven. Ze worden uitgenodigd om partners, van speelpleinwerkingen en jeugdverenigingen tot scholen, sportclubs en opvanginitiatieven, rond tafel te brengen.
Doel? Een geïntegreerd, kindgericht vrijetijdsaanbod dat aansluit bij de lokale context én bij de leefwereld van kinderen.
Tijd voor dialoog
De overgangsperiode loopt nog tot 31 augustus 2026, maar lokale besturen die al klaar zijn met hun lokaal beleid, kunnen van start gaan op 1 januari 2026. Deze tussenperiode is niet zomaar een wachtkamer: het is een kans om samen met lokale actoren na te denken, bestaande initiatieven te versterken en nieuwe samenwerkingen op te zetten.